Narcisme en de wetenschap
Feiten en cijfers over narcisme.
Er werd lang gedacht dat de narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS) naar schatting bij circa 1% van de bevolking voorkwam. Uit Amerikaans onderzoek is echter gebleken dat circa 6% van de Amerikaanse bevolking een NPS heeft. In de leeftijdsgroep van Amerikanen van 20-29 jaar kwam zelfs een percentage van 9,4% naar voren. (Bron: Clinical and Research News, augustus 2008).
Het lijkt er dus op dat narcisme aan het toenemen is.
Een kort stukje wetenschap; er wordt veel gediscussieerd over narcisme. Of het nu wel of niet genetisch bepaald is, of er aantoonbaar afwijkingen in de hersenen te vinden zijn, of het erfelijk is etc. Uit een Amerikaans onderzoek van 2013 kwam dit naar voren:
Er werd een studie uitgevoerd om inzicht te krijgen in lokale afwijkingen van grijze stof volume (GM).
Grijze stof zijn de gebieden in de hersenen die met zenuwcellen gevuld zijn. Deze gebieden zien er grijs uit als je de hersenen doorsnijdt en bekijkt.
De onderzoekers kregen beelden te zien van mensen met een NPS en een monster van gezonde controles, in combinatie met leeftijd, geslacht, rechts- of linkshandigheid en intelligentie. De beide groepen werden vergeleken met betrekking tot het volledige volume van het hersenweefsel en lokale afwijking van het GM-volume (de grijze stof). De resultaten waren opmerkelijk; ten opzichte van de "gezonde controle-groep" hadden de mensen met een NPS een kleiner GM-volume in de linker anterior insula (een deel van het hersengebied). GM-volume in de linker anterior insula staat voor zelf-gerapporteerde emotionele empathie. Ook in andere hersengebieden kwam er een kleiner GM-volume uit het onderzoek bij mensen met een NPS.
Met andere woorden, er is wel degelijk empirisch bewijs voor structurele afwijkingen in hersengebieden van mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Dit onderzoek werd gedaan in het kader van mensen met een NPS en hun beperkte mogelijkheid voor emotionele empathie. Dat narcisten een beperkte mogelijkheid hebben tot emotionele empathie was al bekend en uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dit nu dus ook aantoonbaar te zijn.
(Bron: Journal of Psychiatric Research, oktober 2013).
Linker anterior insula; De functies van de insula lijken complex en gevarieerd. Aangenomen wordt dat het gebied zintuiglijke prikkels samenbundelt binnen een emotionele context. De insula anterior lijkt daarbij gerelateerd aan reuk, smaak, de zelfstandig aangestuurde en limbische functies (een groep structuren in de hersenen die betrokken zijn bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen). De insula anterior lijkt ook betrokken bij pijnervaringen en basale emoties als afkeer, angst, woede e.d.